Extra
Candida albicans: de ziekte van de eeuw?
Candida albicans maakt deel uit van ons organisme. Het is aanwezig op onze huid, op onze slijmvliezen, in onze darmen. Deze gist leeft in symbiose met ons lichaam tot de dag dat hij de kans krijgt om zich te ontwikkelen tot het punt dat er een pathologisch probleem ontstaat. Op het niveau van de darmen recycleert Candida albicans ons afval en werkt het in op het fermentatieproces. Deze gist levert zo brandstof voor onze cellen. In ruil daarvoor krijgt hij ‘gratis’ onderdak!
EEN BREDE EN GEVARIEERDE SYMPTOMATOLOGIE!
De lijst met symptomen als gevolg van de overmatige ontwikkeling van Candida is heel uitgebreid. We kennen allemaal de vaginale, bronchiale, orale (spruw) en unguale (onychomycosis) mycosen… Maar wist u dat het ook andere systemen kan beïnvloeden, zoals het spijsverteringsstelsel (in de vorm van maagzuur, maagreflux, opgeblazenheid, constipatie), het zenuwstelsel (hersenaandoeningen zoals depressie, geheugenproblemen, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, hoofdpijn), het spierstelsel (intense vermoeidheid, spierzwakte), de huid (netelroos, terugkerende gordelroos, psoriasis, onverklaarbare jeuk), en het genitale systeem (vulvovaginitis met witte afscheiding, balanitis)? Er kan ook chronische hoest optreden, overmatige slijmproductie, allergie, voedselintolerantie, onverklaarbare gewichtstoename, zin in zoet, fibromyalgie…
DE INCIDENTIE ERVAN NEEMT TOE
Onze levensstijl is fundamenteel veranderd: stress, onevenwichtige voeding (vaak te zoet, industrieel bereide gerechten, weinig groenten, te veel vlees…). En vooral: we kauwen niet meer! We zouden elke kleine hap 15-20x moeten kauwen. Onze darmflora verandert hierdoor en we geven Candida albicans een grote kans om zich te ontwikkelen. Wanneer kunnen we nu aan een overmatige aanwezigheid hiervan denken? In een tijd waarin iedereen overal over microbiota praat en uiteindelijk de primordiale functie van de darmflora wordt ontdekt, blijft de rol van Candida vreemd genoeg volledig in de schaduw staan. Laten we de veranderingen in ons dieet eens bekijken: in 1830 aten we ongeveer 1kg suiker per persoon per jaar; vandaag zitten we op 70kg per jaar! We krijgen te veel antibiotica binnen, ook via het vlees van intensief gekweekte dieren. Sommige patiënten vragen automatisch om een antischimmelmiddel bij het innemen van antibiotica. Stress - de ziekte van deze eeuw - wordt ook beschouwd als een trigger voor schimmelinfecties, net als sommige medicijnen zoals anticonceptiepillen, maagzweerbehandelingen, corticosteroïden en anti-inflammatoire geneesmiddelen. Andere mogelijke oorzaken? Diabetes (een bloedsuikerspiegel van meer dan 110mg/dl wordt als heel gunstig beschouwd voor de ontwikkeling van candidose), zwangerschap en overmatige persoonlijke hygiëne (doodt de döderleinbacil). Proliferatie van Candida is echter pas mogelijk als het bacteriële evenwicht dat de vermenigvuldiging ervan controleert, wijzigt. Bovendien ervaart de patiënt geen symptomen van Candida albicans zolang de proliferatie ervan onder controle blijft.
KENMERKEN VAN CANDIDA ALBICANS
Het gaat om een microscopische schimmel van 4-6 micron groot, eencellig, rond of ovaal van vorm. Omdat chlorofyl ontbreekt, hangt de overleving ervan af van de koolstof en stikstof die we overvloedig terugvinden in eenvoudige koolhydraten (glucose, fructose, mannose). Daarom is het niet aan te raden om snelle suikers te consumeren, omdat Candida albicans zich hiermee voedt. Candida albicans kan veranderen van de gistvorm (ronde vorm) naar de schimmel- of myceliumvorm (langwerpige vorm) en vice versa. De gistvorm leeft als een saprofyt met ons lichaam, de schimmel leeft als een parasiet en kan ziektes opwekken. De myceliumvorm kan doordringen in de slijmvliezen door de productie van proteaseachtige enzymen. Dat resulteert in de ontwikkeling van intestinale porositeit (omdat het protease ‘zonuline’ (ontdekt in 2003) de eiwitten van de tight junctions in de darmen kan aantasten). Candida produceert ook verschillende toxines, zoals gliotoxine, dat het immuunsysteem kan verzwakken. Om te kunnen groeien heeft deze gist warmte, vochtigheid, een anaerobe omgeving, zoete voeding en een bepaalde zuurtegraad nodig. Daarom houdt hij van huidplooien, oksels, tenen en alle delen van het lichaam die niet aan de lucht worden blootgesteld. Zure transpiratie, maceratie, warmte en vochtigheid zijn allemaal factoren die de ontwikkeling van deze gist in de hand werken.
WAAR ZIT CANDIDA VERSCHOLEN?
De favoriete plaats voor de ontwikkeling van deze gist is de colon ascendens. Dat betekent logischerwijs dat de gist zich chronisch verder ontwikkelt als de ‘broeihaard’ niet wordt behandeld. De behandeling van een urine- of vaginale infectie of onychomycose, zonder behandeling van de darm (de ‘broeihaard’), levert slechts een tijdelijk resultaat op. In het opstijgende deel van de dikke darm vinden de gistingsreacties plaats. De meeste voedingssuikers worden daar verteerd en deels geassimileerd. Aangezien Candida albicans een enorme affiniteit heeft voor suiker, zal het zich daar graag vestigen. Normaal gesproken treedt Candida albicans op als ‘vuilnisman’ voor ons organisch afval, maar alleen als het aanwezig blijft als saprofyt in beperkte hoeveelheden. Wanneer de bacteriële flora wordt verstoord (overmatige stress, te veel suiker in de voeding, opeenvolgende doses antibiotica…), ontwikkelt deze gist zich onbeperkt en wordt hij pathologisch. Daardoor stapelen de symptomen zich op.
DE PRIMORDIALE ROL VAN STRESS
Stress is positief voor ons lichaam wanneer we er snel door kunnen reageren op een plotse aanval. Dit is de ‘alarmfase’, met als belangrijkste hormoon adrenaline. In de chronische fase – wanneer cortisone wordt afgescheiden – is het schadelijk of zelfs destructief. Het aantal natural killer cells, die betrokken zijn bij de immuniteit en bij het ontstaan van kanker, nemen bijvoorbeeld af. Cortisone stelt ons in staat om ons aan te passen aan deze stress, maar helaas niet zonder gevolgen. Deze stof kan leiden tot een toestand van chronische opwinding, zin in zoet, slaapstoornissen met angst, inflammatoire gastritis, chronische ontsteking van de darm, diffuse myalgie, verminderd libido, gemakkelijk ontwikkelen van infecties, of permanente metabole acidose. Deze chronische stress is dé voedingsbodem voor de ontwikkeling van Candida albicans, om nog maar te zwijgen over de oligo-elementen die verloren gaan (kalium, magnesium, calcium).
ROL VAN METABOLE ACIDOSE
Onze radicale verandering in voeding, vooral sinds de jaren tachtig, draagt geleidelijk bij aan de ontwikkeling van candidosen. Factoren zoals stress, een sedentaire levensstijl, weinig consumptie van fruit en groenten (alkalische voedingsmiddelen), te veel eiwitten (vlees, zetmeelhoudende voedingsmiddelen, zuivelproducten, alle verzurende voedingsmiddelen) veroorzaken een onevenwicht in onze zuur-base-verhouding, essentieel voor onze overleving! Het is daarom belangrijk om terug te keren naar een alkalisch dieet dat onder andere de proliferatie van Candida albicans voorkomt.
CANDIDOSE VAN HET SPIJSVERTERINGSKANAAL
Dit is een klinische entiteit die heel weinig bekend is, zo niet ontkend, tot op vandaag. Ze wordt gekenmerkt door pyrosis, gastralgie, winderigheid, een gevoel van een opgeblazen buik, vooral postprandiaal, anale jeuk, episodes van diarree of constipatie. De gist werkt als volgt: tijdens de proliferatie zet hij zich vast op het darmslijmvlies, wat leidt tot darmmalabsorptie, vooral van oligo-elementen (magnesium, ijzer, zink…). Deze malabsorptie van oligo-elementen zou een plausibele verklaring zijn voor het permanente ijzertekort bij sommigen, ondanks een correct dieet en/of dito inname van voedingssupplementen. Hetzelfde geldt voor patiënten die worden behandeld met NSAID’s en geneesmiddelen tegen een maagzweer, aangezien deze middelen de synthese van PGI2 (prostacycline) afremmen. Deze stof beschermt het darmslijmvlies. Door deze geneesmiddelen zou dus de ontwikkeling van Candida in de hand worden gewerkt.
CHRONISCHE CANDIDOSE
Candida albicans zit vooral in de colon ascendens. Maar na enkele jaren zoekt het een ‘tweede thuis’. Dat kan een gynaecologische, dermatologische, respiratoire, cerebrale, immunitaire of musculaire broeihaard zijn (vandaar het risico op het ontwikkelen van fibromyalgie, waarbij Candida albicans vaak de ‘trigger’ voor de ziekte is). Candida albicans produceert veel mycotoxinen, die bepaalde hormonale systemen verstoren, neuropsychische stoornissen veroorzaken (denk aan Candida albicans bij depressies), metabole stoornissen, een inflammatoir syndroom (denk ook aan de associatie Candida albicans en auto-immuunziekten van het type Crohn, UHRC), allergieën…
DEZE GIST MAAKT JE DRONKEN… OF MOE…
Candida albicans zet suikers om in alcohol door acetaldehyde te vormen. Een candidose in de darmen kan dus leiden tot een positieve alcoholtest zonder dat uw patiënt alcohol heeft gedronken! Acetaldehyde verstoort de productie van dopamine, met aandoeningen zoals psychische stoornissen, depressie, prikkelbaarheid of geheugenproblemen. ‘Agressief’ gedrag kan optreden bij patiënten met intestinale candidose, wat vaak niet wordt erkend. Candida albicans produceert ook tartraat, dat malaat kan vervangen in de citroenzuurcyclus of de energiecyclus. Het klinische gevolg kan significante mentale en fysieke vermoeidheid zijn.
WELKE TESTS VOOR CANDIDIASIS?
De meest betrouwbare test blijft de MOU (organische urinemetabolieten) die, zoals de naam al aangeeft, een urinetest vereist. Een hoge concentratie arabinitol voorspelt acute candidiasis, terwijl een hoog tartraatniveau meer indicatief zal zijn voor chronische candidose.
OPLOSSINGEN OM CANDIDA ALBICANS UIT TE ROEIEN
- Het anti-candida-dieet: candida uithongeren, wat betekent dat snelle suikers, schimmels en gisten verboden zijn. Zeker niet gemakkelijk, zo niet onmogelijk in de huidige consumptiemaatschappij…
- Een specifiek voedingssupplement dat een combinatie vormt van een natuurlijke ontstekingsremmer, een element dat de kwaliteit van het darmslijm verbetert, threonine, een beschermer van de darmwand (die de tight junctions kan versterken), en fucosyllactose, dat de darmwand beschermt*. Dit alles voor minstens 6 maanden!
BESLUIT
Candida albicans is een normale gastheer in ons spijsverteringsstelsel, zolang het maar beperkt blijft in aantal. Verschillende factoren, meestal gerelateerd aan onze voeding en levensstijl, kunnen de ontwikkeling ervan in gang zetten. We kunnen de gist uitroeien met een heel specifiek dieet, waarvan de patiënt absoluut niet mag afwijken, gekoppeld aan specifieke voedingssupplementen gedurende minstens 6 maanden. Daarna wordt opnieuw getest met de MOU-test.
* De concentraties fucosyllactose liggen bijna altijd laag omdat Candida deze stoffen vernietigt. Bovendien wordt geschat dat 20% van de Kaukasische bevolking FUT2-deficiënt is (fucosyltransferase-deficiënt). Dit enzym maakt de overdracht van L-fucose op oligosacharideketens mogelijk om gefucosyleerde glycanen te vormen, die de slijmvliezen, vooral de darmslijmvliezen, beschermen. Er bestaat ook een genetisch polymorfisme van FUT2, wat het tekort ervan bij sommige patiënten kan verklaren.
Alle artikels